Professioneel darter: Goudmijn of een financiële catastrofe?

Darts is stevig aan het boomen in België en door de stijgende populariteit duiken er uiteraard ook steeds meer talenten op. Die hebben allemaal één droom: de nieuwe Kim Huybrechts of Dimitri Van den Bergh worden. Maar de weg richting een professioneel bestaan in het darten is zwaar, ligt bezaaid met tal van obstakels en het zijn er maar een handvol die doorgroeien tot een echte topper. Maar wat kan je nu echt verdienen als darter?

Q-SCHOOL

In de dartswereld heb je nog steeds twee grote bonden. De WDF en de PDC. Die eerste richt zich voornamelijk op de ‘amateurdarters’ en de tweede is het professionele circuit. De WDF heeft eveneens zijn eigen WK en is zowat de opvolger van de BDO, het wereldkampioenschap dat veel mensen mogelijk nog kennen aangezien het lang te zien was op BBC en Eurosport. Veel beginnende darters beginnen ook in deze bond en groeien nadien mogelijk door richting een bestaan als prof.

Het grote geld is immers te verdienen binnen de PDC maar de weg daarnaartoe is niet zo eenvoudig. In deze professionele bond zijn er enkel 2-jaarlijkse tourkaarten te verdienen en daarvoor moet je passeren langs de beruchte Q-school. Deelnemen is relatief eenvoudig: je moet 16+ zijn en een bedrag van ongeveer 600 euro ophoesten. Nu kunnen we adviseren om dat enkel te doen als je een gemiddelde gooit van rond de 90, het niveau van de deelnemers daar ligt immers enorm hoog.

In de Q-school wordt er gewerkt in twee fases: een soort voorronde en en een eindfase. Die eindfase bevat onder meer de spelers die net hun tourkaart zijn verloren, aangevuld met alle spelers die zich via de voorronde wisten te plaatsen. Via de finaleronde zijn er 27 kaarten te verdelen, weliswaar gespreid over de Britse Q-school en de Europese (die doorgaat in Duitsland). Als je één van deze plaatsjes bemachtigt, dan begint het pas echt.

PLAYERS CHAMPIONSHIPS

Een goede sponsor, managementbureau en heel wat ondersteuning is noodzakelijk om nadien je weg te vinden binnen het professionele circuit. Je bent immers verzekerd van deelname aan de vloertornooien (Players Championships) en mag ook deelnemen aan alle Qualifiers voor de Euro-Tour toernooien. Maar uiteraard heb je nog geen geld verdiend. De PDC werkt immers niet met vaste maandlonen of dergelijke, daarmee dat veel darters een contract hebben bij een managementbureau. Zij investeren een stuk in de carrière van de darters door vliegreizen, hotels,… te regelen, uiteraard in ruil voor een bepaald percentage van het prijzengeld.

De vloertornooien (30 stuks) hebben elk een prijzenpot van 100.000 pond, in totaal 3 miljoen euro. Dat klinkt gigantisch maar pas vanaf de tweede ronde krijg je 750 pond (en elke ronde wordt dat uiteraard meer). Wetende dat je in het begin vooral veel kosten maakt door te reizen, is een goede sponsor of een ferme spaarboek een must om te overleven. Enkel de echte rastalenten slagen er immers meteen in om sprekende resultaten neer te zetten, voor veel andere spelers is dat eerste jaar op de Tour een leerschool.

Dat laatste zien we trouwens ook met een paar Belgische spelers die hun tweede jaar op de PDC-Tour ingaan zoals Brian Raman en Mario Vandenbogaerde. Die laatste pakte al drie kwalificaties voor de Euro-Tour en beide spelers zorgden ook al voor een deel overwinningen op de PC’s. Daar waar vorig seizoen toch heel moeizaam verliep.

EURO TOUR

Players Championships tornooien worden doorgaans gecombineerd met Qualifiers voor de Euro Tour-tornooien. Plaatsing daarvoor levert al 1250 pond op, als je een ronde overleeft (zoals Vandenbogaerde dit weekend), ben je reeds verzekerd van 2500 pond.

Spelers uit de top-16 zijn verzekerd van plaatsing voor deze tornooien en moeten dus geen kwalificatietornooi spelen. Zij zijn dus eigenlijk verzekerd van een soort ‘vast inkomen’. Al wordt je plaats bepaald door de ‘European Tour Order of Merit’. Na elk tornooi kan deze wijzigen en kunnen dus andere spelers rechtstreekse plaatsing hebben voor een volgend kampioenschap.

De PDC heeft daarnaast ook de ‘PDC Order of Merit’. Een tweejaarlijkse ranking waarbij het prijzengeld wordt bijgehouden van zowat alle grote tornooien. Die ranking is dan weer bepalend voor de grote TV-tornooien en vooral ook voor het behoud/verlies van de Tour-kaart. Val je na twee jaar uit de top-64, dan ben je genadeloos veroordeeld tot de Q-school.

TV-TOERNOOIEN/MAJORS

Het grotere prijzengeld valt binnen de PDC te rapen bij de TV-toernooien, de zogenaamde Majors die bij ons te zien zijn bij VTM2. Een goede positie op de darts ranking biedt voordelen, aangezien je hierdoor sneller geplaatst bent voor televisietoernooien of hier zelfs een beschermde status hebt. De ‘magische grens’ die hiervoor belangrijk is, is plaats zestien. De top zestien op de ranglijst bij het darten is namelijk verzekerd van deelname aan alle televisietoernooien door het jaar heen.

Ook andere spelers kunnen zich uiteraard plaatsen voor de grotere tornooien. Vaak gaat dit ook gepaard met kwalificatietornooien of je plaats op de Order of Merit. Een plaatsing voor een TV-tornooi is alvast lucratief en levert vaak al meteen een paar duizend pond op.

WK

Veel spelers zetten hoog in op het wereldkampioenschap, dat altijd op het einde van het jaar het absolute hoogtepunt vormt van het seizoen. De winnaar op dat WK gaat naar huis met maar liefst een half miljoen pond maar zelfs gewoon plaatsing levert al 7500 pond op. Voor veel deelnemers kan een plaatsing voor het WK of een goede prestatie daar het verschil opleveren tussen behoud of verlies van je Tourkaart. De beste 32 spelers van de Order of Merit zijn hierbij de reekshoofden, aangevuld met de 32 beste van de Pro Tour Order of Merit (éénjarige ranglijst), daarnaast kunnen ook nog 32 spelers/speelsters zich plaatsen via de kwalificatietornooien.

PREMIER LEAGUE

Het wordt dus pas echt lucratief als je tot de absolute wereldtop behoort. De eerste vier mogen immers deelnemen aan de Premier League (aangevuld met 4 wildcards), een mini-competitie met acht spelers die elke donderdag op één avond wordt gespeeld. Zo’n mini-toernooi bestaat uit vier kwartfinales, gevolgd door twee halve finales en een finale. Een halve finale levert twee punten op, een tweede plek drie punten en toernooiwinst vijf punten en een bonus van 11.000 euro. De vier darters die aan het einde van de competitie de meeste punten hebben, plaatsen zich voor de play-offs (halve finales en finale). Zelfs een laatste plaats levert je nog 70.000 euro op!

WORLD SERIES

En dan heb je op elk continent ook nog een soort invitatietornooien, waar de toppers van de PDC aanwezig zijn, deze zijn voornamelijk bedoeld om het darts nog populairder te maken. Hiervoor worden enkel dus de beste spelers uitgenodigd, al kan dit al wel eens verschillen van tornooi tot tornooi. Naast de PDC-helden zijn er ook steeds een aantal plaatselijke spelers die deelnemen. De winnaar van zo’n tornooi mag 20.000 pond bijschrijven, op het einde van het seizoen heb je ook nog steeds een finalefase met de beste spelers van deze reeks.

EXHIBITIES

En dan nog een belangrijke laatste bron van inkomsten: de exhibities. Veel spelers worden gevraagd om een soort van ‘acte de precense’ te geven en worden hier rijkelijk voor vergoed. Het is ook een manier waarop de vaak wat oudere spelers (die op hun retour zijn) er in slagen om nog flink wat geld binnen te rijven. Maar uiteraard verdienen de toppers genre Van Gerwen/Price/Smith/… hier goed geld aan aangezien zij veelvuldig gevraagd worden.

De betere PDC-spelers zullen in hun carrière miljoenen binnenhalen maar daarvoor is veel geduld, een prima omkadering, talent en een portie geluk nodig! Een appeltje voor de dorst, zoals de dartshop van Kim Huybrechts (Hurricane), is daarom vaak een prima keuze.

Ook interessant